Synoniemen voor "zoomen" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor zoomen in het Nederlands
zoomen:
zoomen vorm van zoom:
-
de zoom
de rand;
de zoom
-
rand
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
zoom
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
Verwante woorden van "zoom":