Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor beschaafdheid in het Nederlands

beschaafdheid:

beschaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beschaafdheid
    de beleefdheid; de decorum; de betamelijkheid; de beschaafdheid; welgemanierdheid; het fatsoen; de fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid

Verwante woorden van "beschaafdheid":


beschaafdheid vorm van beschaafd:

beschaafd bijvoeglijk naamwoord

  1. beschaafd
    netjes; beschaafd; fatsoenlijk; welgemanierd; welopgevoed
  2. beschaafd
    ontwikkeld; geciviliseerd; beschaafd; gecultiveerd
  3. beschaafd
    beleefd; beschaafd; voorkomend; welopgevoed; wellevend; gemanierd

Verwante woorden van "beschaafd":

  • beschaafdheid, beschaafder, beschaafdere, beschaafdst, beschaafdste