Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bekommerd:
  2. bekommeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekommerd (Nederlands) in het Zweeds

bekommerd:

bekommerd bijvoeglijk naamwoord

  1. bekommerd (bezorgd; kommerlijk)
    oroad
    • oroad bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bekommerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oroad bekommerd; bezorgd; kommerlijk

Verwante woorden van "bekommerd":

  • bekommerdheid

bekommerd vorm van bekommeren:

bekommeren werkwoord (bekommer, bekommert, bekommerde, bekommerden, bekommerd)

  1. bekommeren (zich zorgen maken)
    bry sig om
    • bry sig om werkwoord (bryr sig om, brydde sig om, brytt sig om)

Conjugations for bekommeren:

o.t.t.
  1. bekommer
  2. bekommert
  3. bekommert
  4. bekommeren
  5. bekommeren
  6. bekommeren
o.v.t.
  1. bekommerde
  2. bekommerde
  3. bekommerde
  4. bekommerden
  5. bekommerden
  6. bekommerden
v.t.t.
  1. heb bekommerd
  2. hebt bekommerd
  3. heeft bekommerd
  4. hebben bekommerd
  5. hebben bekommerd
  6. hebben bekommerd
v.v.t.
  1. had bekommerd
  2. had bekommerd
  3. had bekommerd
  4. hadden bekommerd
  5. hadden bekommerd
  6. hadden bekommerd
o.t.t.t.
  1. zal bekommeren
  2. zult bekommeren
  3. zal bekommeren
  4. zullen bekommeren
  5. zullen bekommeren
  6. zullen bekommeren
o.v.t.t.
  1. zou bekommeren
  2. zou bekommeren
  3. zou bekommeren
  4. zouden bekommeren
  5. zouden bekommeren
  6. zouden bekommeren
diversen
  1. bekommer!
  2. bekommert!
  3. bekommerd
  4. bekommerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bekommeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bry sig om bekommeren; zich zorgen maken verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets