Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. betreffend:
  2. betreffen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betreffend (Nederlands) in het Zweeds

betreffend:

betreffend bijvoeglijk naamwoord

  1. betreffend (met betrekking tot)
    gällande; med hänsyn till; gällandet; beträffandet

Vertaal Matrix voor betreffend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beträffandet betreffend; met betrekking tot
gällande betreffend; met betrekking tot aannemelijk; actueel; bijdetijds; geldig; modern; valabel; valide
gällandet betreffend; met betrekking tot aannemelijk; geldig; valabel; valide
med hänsyn till betreffend; met betrekking tot

Wiktionary: betreffend


Cross Translation:
FromToVia
betreffend apropå apropos — regarding or concerning

betreffend vorm van betreffen:

betreffen werkwoord (betref, betreft, betrof, betroffen, betroffen)

  1. betreffen (aangaan; raken)
    röra; beröra; gälla; angå
    • röra werkwoord (rör, rörde, rört)
    • beröra werkwoord (berör, berörde, berört)
    • gälla werkwoord (gäller, gällde, gällt)
    • angå werkwoord (angår, angick, angått)
  2. betreffen (aangaan; slaan op)
    röra; bekymra
    • röra werkwoord (rör, rörde, rört)
    • bekymra werkwoord (bekymrar, bekymrade, bekymrat)

Conjugations for betreffen:

o.t.t.
  1. betref
  2. betreft
  3. betreft
  4. betreffen
  5. betreffen
  6. betreffen
o.v.t.
  1. betrof
  2. betrof
  3. betrof
  4. betroffen
  5. betroffen
  6. betroffen
v.t.t.
  1. heb betroffen
  2. hebt betroffen
  3. heeft betroffen
  4. hebben betroffen
  5. hebben betroffen
  6. hebben betroffen
v.v.t.
  1. had betroffen
  2. had betroffen
  3. had betroffen
  4. hadden betroffen
  5. hadden betroffen
  6. hadden betroffen
o.t.t.t.
  1. zal betreffen
  2. zult betreffen
  3. zal betreffen
  4. zullen betreffen
  5. zullen betreffen
  6. zullen betreffen
o.v.t.t.
  1. zou betreffen
  2. zou betreffen
  3. zou betreffen
  4. zouden betreffen
  5. zouden betreffen
  6. zouden betreffen
diversen
  1. betref!
  2. betreft!
  3. betroffen
  4. betreffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

betreffen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. betreffen (aangaan)
    angående

Vertaal Matrix voor betreffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angående aangaan; betreffen
röra afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep; zooi; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angå aangaan; betreffen; raken aangaan; belang inboezemen; zorg inboezemen
bekymra aangaan; betreffen; slaan op
beröra aangaan; betreffen; raken aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; even aanraken; raken; toucheren; treffen; voelen; zorg inboezemen
gälla aangaan; betreffen; raken aangaan; belang inboezemen; geldig zijn; handhaven; stand houden; zorg inboezemen
röra aangaan; betreffen; raken; slaan op aangaan; aanraken; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angående betreffende; in kwestie

Verwante definities voor "betreffen":

  1. waar het over gaat1
    • wat het eten betreft, moet je zelf maar iets verzinnen1

Wiktionary: betreffen


Cross Translation:
FromToVia
betreffen beskåda; kika; skåda; titta; beträffa regarder — voir, observer

Verwante vertalingen van betreffend