Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. capabel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor capabel (Nederlands) in het Zweeds

capabel:

capabel bijvoeglijk naamwoord

  1. capabel (geschikt; bekwaam; competent)
    bra; behändighet; kapabelt

Vertaal Matrix voor capabel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behändighet bedieningsgemak
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bekwaam; geschikt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bra akkoord; oké
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behändighet bekwaam; capabel; competent; geschikt
bra bekwaam; capabel; competent; geschikt gepast; geschikt; geëigend; hoogwaardig; passend; perfect; prima; van goede kwaliteit
kapabelt bekwaam; capabel; competent; geschikt kundig

Verwante woorden van "capabel":

  • capabele

Synoniemen voor "capabel":


Verwante definities voor "capabel":

  1. iets heel goed kunnen1
    • hij is als directeur erg capabel1