Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. champignons:
  2. champignon:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor champignons (Nederlands) in het Zweeds

champignons:

champignons [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de champignons
    champinjoner; svamp

Vertaal Matrix voor champignons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
champinjoner champignons
svamp champignons champignon; paddestoel; paddestoelsoort; schimmelplant; spons; tondel; zwam

Verwante woorden van "champignons":


champignon:

champignon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de champignon (paddestoel; zwam)
    svamp; champinjon

Vertaal Matrix voor champignon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
champinjon champignon; paddestoel; paddestoelsoort; zwam
svamp champignon; paddestoel; paddestoelsoort; zwam champignons; schimmelplant; spons; tondel

Verwante woorden van "champignon":


Verwante definities voor "champignon":

  1. eetbare paddestoel1
    • we nemen biefstuk met champignons1

Wiktionary: champignon


Cross Translation:
FromToVia
champignon champinjon champignonAgaricus bisporus