Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dorst:
  2. dorsen:
  3. dorsten:
  4. dor:
  5. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dorst (Nederlands) in het Zweeds

dorst:

dorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dorst (dorstigheid)
    törst
    • törst [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dorst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
törst dorst; dorstigheid

Verwante woorden van "dorst":

  • dorstten, dor

Verwante definities voor "dorst":

  1. behoefte om iets te drinken1
    • als het warm is heb je gauw dorst1

Wiktionary: dorst


Cross Translation:
FromToVia
dorst törst Durst — (heftiges) Verlangen zu trinken
dorst törst Durstim übertragenen Sinn: heftiges Verlangen nach etwas haben
dorst törst thirst — dryness
dorst törst soif — Désir, envie, besoin de boire.

dorsen:

dorsen werkwoord (dors, dorst, dorste, dorsten, gedorst)

  1. dorsen
    tröska
    • tröska werkwoord (tröskar, tröskade, tröskat)

Conjugations for dorsen:

o.t.t.
  1. dors
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsen
  5. dorsen
  6. dorsen
o.v.t.
  1. dorste
  2. dorste
  3. dorste
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsen
  2. zult dorsen
  3. zal dorsen
  4. zullen dorsen
  5. zullen dorsen
  6. zullen dorsen
o.v.t.t.
  1. zou dorsen
  2. zou dorsen
  3. zou dorsen
  4. zouden dorsen
  5. zouden dorsen
  6. zouden dorsen
diversen
  1. dors!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dorsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tröska dorsmachine; maaidorser; oogstmachine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tröska dorsen

Wiktionary: dorsen


Cross Translation:
FromToVia
dorsen tröska flail — to thresh
dorsen tröska thresh — to separate the grain from the straw or husks
dorsen tröska dreschen — (transitiv) Landwirtschaft: bei Getreide, Hülsenfrüchten u.dgl. die Körner vom Stroh trennen durch Trampeln, Schlagen, Walzen oder mit einer Dreschmaschine
dorsen banka; drabba; slå battrefrapper de coups répétés.

dorsten:

dorsten werkwoord (dorst, dorstte, dorstten, gedorst)

  1. dorsten (sterk verlangen naar)
    vara törstig för
    • vara törstig för werkwoord (är törstig för, var törstig för, varit törstig för)

Conjugations for dorsten:

o.t.t.
  1. dorst
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
o.v.t.
  1. dorstte
  2. dorstte
  3. dorstte
  4. dorstten
  5. dorstten
  6. dorstten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsten
  2. zult dorsten
  3. zal dorsten
  4. zullen dorsten
  5. zullen dorsten
  6. zullen dorsten
o.v.t.t.
  1. zou dorsten
  2. zou dorsten
  3. zou dorsten
  4. zouden dorsten
  5. zouden dorsten
  6. zouden dorsten
diversen
  1. dorst!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dorsten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vara törstig för dorsten; sterk verlangen naar

dorst vorm van dor:

dor bijvoeglijk naamwoord

  1. dor (verdord; droog)
    torkat; torkad
  2. dor (schraal)
    kargt; öde; fattig; fattigt; ödsligt; ofruktbar; ofruktbart

Vertaal Matrix voor dor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
öde fortuintje; levenslot; lot; lotsbestemming; predestinatie; voorbeschikking
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fattig dor; schraal arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal
fattigt dor; schraal arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal
kargt dor; schraal
ofruktbar dor; schraal improduktief; infertiel; onproduktief; onvruchtbaar
ofruktbart dor; schraal improduktief; infertiel; onproduktief; onvruchtbaar
torkad dor; droog; verdord opgedroogd
torkat dor; droog; verdord opgedroogd
öde dor; schraal afgezonderd; desolaat; eenzaam; uitgestorven; verlaten
ödsligt dor; schraal uitgestorven; vereenzaamd

Verwante woorden van "dor":


Verwante vertalingen van dorst