Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. draden:
  2. draad:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor draden (Nederlands) in het Zweeds

draden:

draden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de draden
    rep; sladdar; snören
    • rep [-ett] zelfstandig naamwoord
    • sladdar zelfstandig naamwoord
    • snören zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor draden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rep draden dikke koorden; koord; koorden; scheepstouw; snoeren; touw; touwen; touwtje
sladdar draden
snören draden koorden; koordjes; lijntjes; snoeren; snoertjes; touwtjes

Verwante woorden van "draden":


draad:

draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de draad (garen; rijgsnoer)
    tråd; garn
    • tråd [-en] zelfstandig naamwoord
    • garn [-ett] zelfstandig naamwoord

draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de draad
    tråd
    • tråd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor draad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
garn draad; garen; hechtdraad; rijgsnoer kaardgaren
tråd draad; garen; hechtdraad; rijgsnoer draadje; garen; kaardgaren; schroefdraad; thread

Verwante woorden van "draad":


Verwante definities voor "draad":

  1. lijn van wol of ander materiaal1
    • er zit een draad van je trui los1

Wiktionary: draad


Cross Translation:
FromToVia
draad metalltråd; tråd Draht — dünnes biegsames Metallstück mit in der Regel rundem Profil
draad sträng string — long, thin structure made from twisted threads
draad tråd thread — long, thin and flexible form of material
draad tråd thread — (Internet): a series of messages
draad tråd wire — thin thread of metal
draad tråd fil — Petite partie longue et déliée

Verwante vertalingen van draden