Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fraai:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fraai (Nederlands) in het Zweeds

fraai:

fraai bijvoeglijk naamwoord

  1. fraai (goed ogend; mooi; knap; welgevallig; attractief)
    vackert; snygg; se bra ut; snyggt

Vertaal Matrix voor fraai:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se bra ut flatteren; goed staan
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snygg attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig aantrekkelijk; beeldschoon; gelikt; indrukwekkend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; picobello; piekfijn; professioneel uitziende; tiptop
- leuk; mooi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se bra ut attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
snyggt attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig beeldschoon; bevallig; gelikt; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; picobello; piekfijn; schoon; tiptop; welgemaakt
vackert attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig bevallig; knap; lieftallig; mooi; schoon; welgemaakt

Verwante woorden van "fraai":

  • fraaiheid, fraaier, fraaiere, fraaist, fraaiste, fraaie

Synoniemen voor "fraai":


Antoniemen van "fraai":


Verwante definities voor "fraai":

  1. prettig om te zien of te horen1
    • ze hebben een fraai huis1

Wiktionary: fraai


Cross Translation:
FromToVia
fraai skön; vacker beau — D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.