Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gelikt:
  2. likken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gelikt (Nederlands) in het Zweeds

gelikt:

gelikt bijvoeglijk naamwoord

  1. gelikt (piekfijn; picobello; tiptop)
    prydlig; snygg; snyggt; prydligt
  2. gelikt (gladjanusachtig)
    slät; glättad; glansigt

Vertaal Matrix voor gelikt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snygg gelikt; picobello; piekfijn; tiptop aantrekkelijk; attractief; beeldschoon; fraai; goed ogend; indrukwekkend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; professioneel uitziende; welgevallig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glansigt gelikt; gladjanusachtig geglaceerd; geglansd; glanzend; glasachtig; glazig
glättad gelikt; gladjanusachtig
prydlig gelikt; picobello; piekfijn; tiptop decoratief; gepast; keurig; netjes; proper; schoon; sec; zindelijk; zorgvuldig
prydligt gelikt; picobello; piekfijn; tiptop decoratief; gepast; keurig; kittig; netjes; proper; schoon; sec; zindelijk; zorgvuldig
slät gelikt; gladjanusachtig effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit
snyggt gelikt; picobello; piekfijn; tiptop attractief; beeldschoon; bevallig; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig

Verwante woorden van "gelikt":

  • geliktheid

likken:

likken werkwoord (lik, likt, likte, likten, gelikt)

  1. likken (aflikken)
    slicka; klå upp; slicka av
    • slicka werkwoord
    • klå upp werkwoord (klår upp, klådde upp, klått upp)
    • slicka av werkwoord (slickar av, slickade av, slickat av)

Conjugations for likken:

o.t.t.
  1. lik
  2. likt
  3. likt
  4. likken
  5. likken
  6. likken
o.v.t.
  1. likte
  2. likte
  3. likte
  4. likten
  5. likten
  6. likten
v.t.t.
  1. heb gelikt
  2. hebt gelikt
  3. heeft gelikt
  4. hebben gelikt
  5. hebben gelikt
  6. hebben gelikt
v.v.t.
  1. had gelikt
  2. had gelikt
  3. had gelikt
  4. hadden gelikt
  5. hadden gelikt
  6. hadden gelikt
o.t.t.t.
  1. zal likken
  2. zult likken
  3. zal likken
  4. zullen likken
  5. zullen likken
  6. zullen likken
o.v.t.t.
  1. zou likken
  2. zou likken
  3. zou likken
  4. zouden likken
  5. zouden likken
  6. zouden likken
en verder
  1. ben gelikt
  2. bent gelikt
  3. is gelikt
  4. zijn gelikt
  5. zijn gelikt
  6. zijn gelikt
diversen
  1. lik!
  2. likt!
  3. gelikt
  4. likkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het likken (aflikken)
    avslickning; slick

likken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de likken (gevangenissen; bakken; norren)
    fängelser

Vertaal Matrix voor likken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslickning aflikken; likken
fängelser bakken; gevangenissen; likken; norren
slick aflikken; likken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klå upp aflikken; likken aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar timmeren; knuppelen; ranselen; toetakelen
slicka aflikken; likken
slicka av aflikken; likken

Verwante woorden van "likken":


Wiktionary: likken


Cross Translation:
FromToVia
likken slicka lick — to stroke with a tongue