Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevingerd (Nederlands) in het Zweeds
gevingerd:
-
gevingerd (bevingerd)
fingerförsedd; fingerförsett-
fingerförsedd bijvoeglijk naamwoord
-
fingerförsett bijvoeglijk naamwoord
-
-
gevingerd
Vertaal Matrix voor gevingerd:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
berörd | gevingerd | |
fingerförsedd | bevingerd; gevingerd | |
fingerförsett | bevingerd; gevingerd |
gevingerd vorm van vingeren:
-
vingeren
Conjugations for vingeren:
o.t.t.
- vinger
- vingert
- vingert
- vingeren
- vingeren
- vingeren
o.v.t.
- vingerde
- vingerde
- vingerde
- vingerden
- vingerden
- vingerden
v.t.t.
- heb gevingerd
- hebt gevingerd
- heeft gevingerd
- hebben gevingerd
- hebben gevingerd
- hebben gevingerd
v.v.t.
- had gevingerd
- had gevingerd
- had gevingerd
- hadden gevingerd
- hadden gevingerd
- hadden gevingerd
o.t.t.t.
- zal vingeren
- zult vingeren
- zal vingeren
- zullen vingeren
- zullen vingeren
- zullen vingeren
o.v.t.t.
- zou vingeren
- zou vingeren
- zou vingeren
- zouden vingeren
- zouden vingeren
- zouden vingeren
diversen
- vinger!
- vingert!
- gevingerd
- vingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vingeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fingra | vingeren |