Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal huisgezin

Vertaal huisgezin van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

huisgezin:
- familj; hushåll; kärnfamilj

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisgezin (Nederlands) in het Zweeds

huisgezin:

huisgezin [het ~] zelfstandig naamwoord

het huisgezin (familie; gezin)
familj; hushåll; kärnfamilj
- familj [-en] zelfstandig naamwoord
- hushåll [-ett] zelfstandig naamwoord
- kärnfamilj [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huisgezin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
familj	familie; gezin; huisgezin	gezin; serie
hushåll	familie; gezin; huisgezin	huishouden; huishouding
kärnfamilj	familie; gezin; huisgezin

Verwante woorden van "huisgezin":

huisgezinnen