Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kantje:
  2. kan:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kantje (Nederlands) in het Zweeds

kantje:

kantje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kantje
    sida
    • sida [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kantje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sida kantje bladzijde; flank; geheugenpagina; kant; pagina; webpagina; zij; zijde; zijkant

Verwante woorden van "kantje":


kantje vorm van kan:

kan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kan (schenkkan)
    kanna; tillbringare; kruka; krus
    • kanna [-en] zelfstandig naamwoord
    • tillbringare [-en] zelfstandig naamwoord
    • kruka [-en] zelfstandig naamwoord
    • krus [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kanna kan; schenkkan blik; blikje; bus; kruik; opbergblik; pul; trommel
kruka kan; schenkkan hondsvot; kruik; pul
krus kan; schenkkan kannen; kannetje; kruik; kruikje; lampetkan; lampetkom; pul; schenkkannetje
tillbringare kan; schenkkan kannen; kruik; pul

Verwante woorden van "kan":


Wiktionary: kan


Cross Translation:
FromToVia
kan burk can — a more or less cylindrical vessel for liquids
kan dunk; kanister Kanister — verschließbarer Behälter, meist aus Blech, Plastik, der zum Transport und Aufbewahren von Flüssigkeiten (Wasser, Öl, Treibstoff) benutzt wird
kan vas; kanna potvase de terre ou de métal servant à divers usages.