Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- knoesten:
- knoest:
-
Wiktionary:
- knoest → puckel, svullnad, knut, upphöjning, knöl
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor knoesten (Nederlands) in het Zweeds
knoesten:
-
de knoesten (boomknoesten; kwasten)
-
de knoesten (kwasten)
knorranden; morrningar; brummanden-
knorranden zelfstandig naamwoord
-
morrningar zelfstandig naamwoord
-
brummanden zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor knoesten:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| brummanden | knoesten; kwasten | |
| knorranden | knoesten; kwasten | |
| knutar | boomknoesten; knoesten; kwasten | |
| morrningar | knoesten; kwasten |
Verwante woorden van "knoesten":
knoest:
Vertaal Matrix voor knoest:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| handtag | knobbel; knoest; kwast | balkgreep; beugel; draagbeugel; greep; handvat in de vorm van stok; hefboom; heft; hengsel; houdgreep; oor; oor van een kopje; steel |
| knapp | knobbel; knoest; kwast | drukkertje; knop; knopje; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop |
| knopp | knobbel; knoest; kwast | |
| knöl | knobbel; knoest; kwast | bobbel; boerenlul; gek; hobbel; hondsvot; hork; kwetsuur; letsel; lummel; mallerd; malloot; oneffenheid; ongelijkheid; pias; zot; zottin |
| kula | knobbel; knoest; kwast | hok; hut; hutje; kogel; pens; spekbuik; voormaag |
| vred | knobbel; knoest; kwast | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| knapp | eng; nauw; nauwsluitend; smal; smalletjes; strak; van geringe breedte |
Verwante woorden van "knoest":
Wiktionary: knoest
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • knoest | → puckel | ↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion. |
| • knoest | → svullnad | ↔ enflure — État de ce qui est enflé (1) |
| • knoest | → knut | ↔ nœud — À classer |
| • knoest | → upphöjning; knöl | ↔ protubérance — didactique|fr éminence, saillie. |