Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. melaatse:
  2. melaats:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor melaatse (Nederlands) in het Zweeds

melaatse:

melaatse [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de melaatse (lepralijder)
    utstött; spetälsk; leprasjuk
  2. de melaatse (lepralijdster)

Vertaal Matrix voor melaatse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kvinnlig leprapatient lepralijdster; melaatse
leprasjuk lepralijder; melaatse
spetälsk lepralijder; melaatse
utstött lepralijder; melaatse paria; uitgestotene
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utstött uitgestoten; verstoten; verworpen

Verwante woorden van "melaatse":


Wiktionary: melaatse


Cross Translation:
FromToVia
melaatse spetälsk leper — person who has leprosy

melaatse vorm van melaats:

melaats bijvoeglijk naamwoord

  1. melaats (lepreus)
    leprös

Vertaal Matrix voor melaats:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leprös lepreus; melaats

Verwante woorden van "melaats":