Nederlands

Uitgebreide vertaling voor merendeels (Nederlands) in het Zweeds

merendeels:

merendeels bijwoord

  1. merendeels (voor het grootste gedeelte)
    mestadels; för det mesta
  2. merendeels (grotendeels; goeddeels)
    riklig; till stor del; i hög grad
  3. merendeels (doorgaans; meestal; algemeen; )
    generellt; vanligen; som regel
  4. merendeels (grootste gedeelte)

Vertaal Matrix voor merendeels:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
för den största delen grootste gedeelte; merendeels
för det mesta merendeels; voor het grootste gedeelte
generellt algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen
i hög grad goeddeels; grotendeels; merendeels
mestadels merendeels; voor het grootste gedeelte doorgaans; meerendeels; meestal; vaak; veelal
riklig goeddeels; grotendeels; merendeels ampel; breedvoerig; copieus; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; welig
som regel algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen
till stor del goeddeels; grotendeels; merendeels
vanligen algemeen; doorgaans; gemeenlijk; gewoonlijk; meestal; merendeels; normaliter; over het algemeen normaal gesproken

Verwante woorden van "merendeels":


merendeel:

merendeel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het merendeel
    majoritet; mesta del
  2. het merendeel (grootste deel; gros; meerderheid)
    största delen

merendeel bijvoeglijk naamwoord

  1. merendeel
    vanlig; vanligt; merendels

Vertaal Matrix voor merendeel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majoritet merendeel overmacht; overwicht; superioriteit
mesta del merendeel
största delen grootste deel; gros; meerderheid; merendeel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
merendels merendeel
vanlig merendeel alledaags; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gewoon; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair
vanligt merendeel alledaags; alledaagse; courant; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; gewoontegetrouw; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair

Verwante woorden van "merendeel":


Wiktionary: merendeel


Cross Translation:
FromToVia
merendeel majoritet majority — more than half