Oudste in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

oudste:
- senior; äldsta
- äldst
oud:
- åldrad; åldrat; antik; antikt; platt; tråkigt; torr; torrt; ledsamt; fadd; avslagen; avslaget; slitet; sliten; utsliten; utslitet
Wiktionary:
- oud → gammal, åldrig, ålderstigen, använd, förlegad, utsliten, tidigare, före detta
- oud → gammal, förlegad, använd, utsliten, ålderstigen, åldrig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oudste (Nederlands) in het Zweeds

oudste:

oudste [de ~] zelfstandig naamwoord

de oudste (nestor; senior)
senior; äldsta
- senior [-en] zelfstandig naamwoord
- äldsta zelfstandig naamwoord

oudste bijvoeglijk naamwoord

oudste (senior)
äldst
- äldst bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor oudste:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
senior	nestor; oudste; senior
äldsta	nestor; oudste; senior
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
äldst	oudste; senior

Verwante woorden van "oudste":

oud:

oud bijvoeglijk naamwoord

oud (bejaard)
åldrad; åldrat
- åldrad bijvoeglijk naamwoord
- åldrat bijvoeglijk naamwoord
oud (antiek; ouderwets)
antik; antikt
- antik bijvoeglijk naamwoord
- antikt bijvoeglijk naamwoord
oud (verschaald; plat; oudbakken; oubakken; muf)
platt; tråkigt; torr; torrt; ledsamt; fadd; avslagen; avslaget
- platt bijvoeglijk naamwoord
- tråkigt bijvoeglijk naamwoord
- torr bijvoeglijk naamwoord
- torrt bijvoeglijk naamwoord
- ledsamt bijvoeglijk naamwoord
- fadd bijvoeglijk naamwoord
- avslagen bijvoeglijk naamwoord
- avslaget bijvoeglijk naamwoord
oud (versleten; vervallen; afgeleefd; afgedragen; afgetrapt)
slitet; sliten; utsliten; utslitet
- slitet bijvoeglijk naamwoord
- sliten bijvoeglijk naamwoord
- utsliten bijvoeglijk naamwoord
- utslitet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor oud:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antik		antiek
tråkigt		verveling
utsliten		slijten; verslijten
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	muf
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antik	antiek; oud; ouderwets
antikt	antiek; oud; ouderwets
avslagen	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
avslaget	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	muf; onfris
fadd	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	muf; onfris
ledsamt	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	afgezaagd; ellendig; helaas; jammer genoeg; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; tot mijn spijt; vervelend
platt	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	geëgaliseerd; mol; plat; vlak
sliten	afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen	uitgeleefd; uitgesleten
slitet	afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen	uitgeleefd; uitgesleten
torr	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	droge; droog; leukweg; schraal; schriel
torrt	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	bar; droge; droog; droogjes; leukweg; onbegroeid; regenarm; schraal; schriel
tråkigt	muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald	afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; loom; melig; monotoon; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend; zonder sfeer
utsliten	afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen	aan lager wal; afgesloofd; bekaf; doorgesleten; verlopen
utslitet	afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen	aan lager wal; bekaf; doorgesleten; verlopen
åldrad	bejaard; oud
åldrat	bejaard; oud

Verwante woorden van "oud":

oudheid, ouder, oudere, oudst, oudste, oude

Synoniemen voor "oud":

Antoniemen van "oud":

fris; vers; nieuw

Verwante definities voor "oud":

lang geleden geplukt of gemaakt¹
- dit brood lust ik niet, het is te oud¹
wie of wat al lang bestaat¹
- mij opa is 90, dat is heel oud¹

Wiktionary: oud

oud

adjective

oud mens, dier
- oud → gammal; åldrig; ålderstigen
oud ding, concept
- oud → använd; förlegad; gammal; utsliten
vorige
- oud → tidigare; före detta

Cross Translation:

From	To	Via
• oud	→ gammal; förlegad; använd; utsliten	↔ old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
• oud	→ gammal; ålderstigen; åldrig	↔ old — of a living being: having lived for relatively many years
• oud	→ gammal	↔ alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
• oud	→ gammal	↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van oudste

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Vertaal oudste van Nederlands naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor oudste (Nederlands) in het Zweeds

oudste:

oudste [de ~] zelfstandig naamwoord

de oudste (nestor; senior)

oudste bijvoeglijk naamwoord

oudste (senior)

Vertaal Matrix voor oudste:

Verwante woorden van "oudste":

oud:

oud bijvoeglijk naamwoord

oud (bejaard)

oud (antiek; ouderwets)

oud (verschaald; plat; oudbakken; oubakken; muf)

oud (versleten; vervallen; afgeleefd; afgedragen; afgetrapt)

Vertaal Matrix voor oud:

Verwante woorden van "oud":

Synoniemen voor "oud":

Antoniemen van "oud":

Verwante definities voor "oud":

Wiktionary: oud

Verwante vertalingen van oudste