Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ruiter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruiter (Nederlands) in het Zweeds

ruiter:

ruiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruiter (paardrijder; rijder)
    hästman; hästkvinna; ridare

Vertaal Matrix voor ruiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hästkvinna paardrijder; rijder; ruiter
hästman paardrijder; rijder; ruiter manen van een paard
ridare paardrijder; rijder; ruiter
- zit

Verwante woorden van "ruiter":


Wiktionary: ruiter


Cross Translation:
FromToVia
ruiter ryttare horseman — man who rides a horse
ruiter ryttare rider — one who rides