Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ruitertje:
  2. ruiter:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruitertje (Nederlands) in het Zweeds

ruitertje:

ruitertje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ruitertje
    flagga
    • flagga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruitertje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flagga ruitertje banier; markering; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flagga markeren

Verwante woorden van "ruitertje":


ruitertje vorm van ruiter:

ruiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruiter (paardrijder; rijder)
    hästman; hästkvinna; ridare

Vertaal Matrix voor ruiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hästkvinna paardrijder; rijder; ruiter
hästman paardrijder; rijder; ruiter manen van een paard
ridare paardrijder; rijder; ruiter
- zit

Verwante woorden van "ruiter":


Wiktionary: ruiter


Cross Translation:
FromToVia
ruiter ryttare horseman — man who rides a horse
ruiter ryttare rider — one who rides