Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. skiërs:
  2. skiër:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor skiërs (Nederlands) in het Zweeds

skiërs:

skiërs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de skiërs
    skidåkare

Vertaal Matrix voor skiërs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skidåkare skiërs skiloper; skiër

Verwante woorden van "skiërs":


skiërs vorm van skiër:

skiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de skiër (skiloper)
    skidåkare

Vertaal Matrix voor skiër:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skidåkare skiloper; skiër skiërs

Verwante woorden van "skiër":


Wiktionary: skiër


Cross Translation:
FromToVia
skiër skidåkare skier — someone who practices skiing