Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sluitstukken:
  2. sluitstuk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluitstukken (Nederlands) in het Zweeds

sluitstukken:

sluitstukken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sluitstukken (slotstukken)
    slutbitar

Vertaal Matrix voor sluitstukken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slutbitar slotstukken; sluitstukken

Verwante woorden van "sluitstukken":


sluitstukken vorm van sluitstuk:

sluitstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sluitstuk (laatste opvoering; finale; slotstuk)
    slutstycke; avslutande stycke

Vertaal Matrix voor sluitstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslutande stycke finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk
slutstycke finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk staartstuk; stuit

Verwante woorden van "sluitstuk":