Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. triomf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor triomf (Nederlands) in het Zweeds

triomf:

triomf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de triomf (overwinning; zege)
    seger
    • seger [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de triomf (zegepraal)
    seger; triumph
    • seger [-en] zelfstandig naamwoord
    • triumph zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor triomf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seger overwinning; triomf; zege; zegepraal zelfoverwinning
triumph triomf; zegepraal

Verwante woorden van "triomf":

  • triomfen

Wiktionary: triomf


Cross Translation:
FromToVia
triomf triumf triomphe — antiq|fr honneur accordé chez les Romains à des général d’armée après de grandes victoires, et qui consistait à faire une entrée pompeuse et solennelle dans Rome.