Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tweeheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweeheid (Nederlands) in het Zweeds

tweeheid:

tweeheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de tweeheid (tweeslachtigheid; dichotomie; dualisme)
    tvetydig

Vertaal Matrix voor tweeheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvetydig dichotomie; dualisme; tweeheid; tweeslachtigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tvetydig dubbelzinnig; meer betekenissen hebbende; meerduidig; met een obscene bijbetekenis