Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal tvetydig

Vertaal tvetydig van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

tvetydig:
- dichotomie; tweeslachtigheid; dualisme; tweeheid
- dubbelzinnig; meer betekenissen hebbende; meerduidig; met een obscene bijbetekenis
Wiktionary:
- tvetydig → dubbelzinnig, ambigu, dubbelslachtig

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tvetydig (Zweeds) in het Nederlands

tvetydig:

tvetydig zelfstandig naamwoord

tvetydig
de dichotomie; de tweeslachtigheid; het dualisme; de tweeheid
- dichotomie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tweeslachtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dualisme [het ~] zelfstandig naamwoord
- tweeheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

tvetydig bijvoeglijk naamwoord

tvetydig (tvetydigt)
dubbelzinnig; meer betekenissen hebbende
- dubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
- meer betekenissen hebbende bijvoeglijk naamwoord
tvetydig (tvetydigt; mångtydigt)
meerduidig; dubbelzinnig
- meerduidig bijvoeglijk naamwoord
- dubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
tvetydig (fräck; fräckt; tvetydigt; dubbeltydigt)
met een obscene bijbetekenis; dubbelzinnig
- met een obscene bijbetekenis bijvoeglijk naamwoord
- dubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tvetydig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dichotomie	tvetydig
dualisme	tvetydig	dualism
tweeheid	tvetydig
tweeslachtigheid	tvetydig
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dubbelzinnig	dubbeltydigt; fräck; fräckt; mångtydigt; tvetydig; tvetydigt
meerduidig	mångtydigt; tvetydig; tvetydigt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meer betekenissen hebbende	tvetydig; tvetydigt
met een obscene bijbetekenis	dubbeltydigt; fräck; fräckt; tvetydig; tvetydigt

Wiktionary: tvetydig

Cross Translation:

From	To	Via
• tvetydig	→ dubbelzinnig; ambigu	↔ ambiguous — open to multiple interpretations
• tvetydig	→ dubbelslachtig; dubbelzinnig	↔ ambigu — Qui peut être comprendre dans deux sens.
• tvetydig	→ dubbelslachtig; dubbelzinnig	↔ amphibologique — Qui a double sens.