Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verheffend:
  2. verheffen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verheffend (Nederlands) in het Zweeds

verheffend:

verheffend bijvoeglijk naamwoord

  1. verheffend (geestverheffend)
    lyftandet; lyftande
  2. verheffend (stichtelijk)
    uppbyggligt; uppbygglig
  3. verheffend (klimmend; toenemend; stijgend; )
    stigande; uppgående

Vertaal Matrix voor verheffend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lyftande tewaterlating
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lyftande geestverheffend; verheffend
lyftandet geestverheffend; verheffend
stigande klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend bovenwaarts; oprijzend; opstijgend; stijgend
uppbygglig stichtelijk; verheffend
uppbyggligt stichtelijk; verheffend
uppgående klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend

verheffend vorm van verheffen:

verheffen werkwoord (verhef, verheft, verhief, verhieven, verheven)

  1. verheffen (opstaan; gaan staan; omhoogkomen)
    öka; höjas; stiga
    • öka werkwoord (ökar, ökade, ökat)
    • höjas werkwoord (höjsar, höjsade, höjsat)
    • stiga werkwoord (stiger, steg, stigit)

Conjugations for verheffen:

o.t.t.
  1. verhef
  2. verheft
  3. verheft
  4. verheffen
  5. verheffen
  6. verheffen
o.v.t.
  1. verhief
  2. verhief
  3. verhief
  4. verhieven
  5. verhieven
  6. verhieven
v.t.t.
  1. heb verheven
  2. hebt verheven
  3. heeft verheven
  4. hebben verheven
  5. hebben verheven
  6. hebben verheven
v.v.t.
  1. had verheven
  2. had verheven
  3. had verheven
  4. hadden verheven
  5. hadden verheven
  6. hadden verheven
o.t.t.t.
  1. zal verheffen
  2. zult verheffen
  3. zal verheffen
  4. zullen verheffen
  5. zullen verheffen
  6. zullen verheffen
o.v.t.t.
  1. zou verheffen
  2. zou verheffen
  3. zou verheffen
  4. zouden verheffen
  5. zouden verheffen
  6. zouden verheffen
diversen
  1. verhef!
  2. verheft!
  3. verheven
  4. verheffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheffen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verheffen (verering; eerbiedigen; aanbidden; verheerlijking; eerbied)
    tillbedjan; dyrkan

Vertaal Matrix voor verheffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dyrkan aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
tillbedjan aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
höjas gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen hoger maken; verhogen
stiga gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen de hoogte ingaan; doen stijgen; een sprongetje maken; hoger bieden; hoger worden; in de lucht omhoogstijgen; klimmen; omhoogklimmen; opstijgen; springen; stijgen; treden; uitrijzen; uittorenen
öka gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; de hoogte ingaan; erbij voegen; escaleren; gedijen; groeien; groter worden; omdoen; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; toevoegen; uit de hand lopen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen

Wiktionary: verheffen


Cross Translation:
FromToVia
verheffen hissa; upphisa; upphäva; upphöja lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
verheffen hissa; upphisa; upphäva; upphöja souleverlever à une faible hauteur.
verheffen hissa; upphisa; upphäva; upphöja élever — Traductions à trier suivant le sens