Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. volgegeten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volgegeten (Nederlands) in het Zweeds

volgegeten:

volgegeten bijvoeglijk naamwoord

  1. volgegeten (verzadigd; vol)
    nöjd; mätt; fullt; mättad
    • nöjd bijvoeglijk naamwoord
    • mätt bijvoeglijk naamwoord
    • fullt bijvoeglijk naamwoord
    • mättad bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor volgegeten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nöjd vergenoegdheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fullt verzadigd; vol; volgegeten aangeschoten; afgeladen; beneveld; beschonken; dronken; opgevuld; vol; volgestopt
mätt verzadigd; vol; volgegeten afgemeten; opgemeten
mättad verzadigd; vol; volgegeten
nöjd verzadigd; vol; volgegeten