Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voorwoorden:
  2. voorwoord:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorwoorden (Nederlands) in het Zweeds

voorwoorden:

voorwoorden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de voorwoorden (voorberichten)
    förord
    • förord [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voorwoorden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förord voorberichten; voorwoorden

Verwante woorden van "voorwoorden":


voorwoord:

voorwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voorwoord (proloog; inleiding; introductie; voorbericht)
    prolog
    • prolog [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voorwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prolog inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord

Verwante woorden van "voorwoord":


Wiktionary: voorwoord


Cross Translation:
FromToVia
voorwoord förord foreword — an introductory section

Computer vertaling door derden: