Friskhet in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

friskhet:
- Gesundheit; Wohlbefinden; Frische; Flinkheit; Geschwindigkeit; Gewandtheit
Wiktionary:
- friskhet → Frische

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor friskhet (Zweeds) in het Duits

friskhet (hälsa; välbefinnande; sundhet)
die Gesundheit; Wohlbefinden
- Gesundheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Wohlbefinden [das ~] zelfstandig naamwoord
friskhet (nyhet; fräschör)
die Frische
- Frische [die ~] zelfstandig naamwoord
friskhet (livlighet; munterhet)
die Flinkheit; die Geschwindigkeit; die Gewandtheit
- Flinkheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Flinkheit	friskhet; livlighet; munterhet	flinkhet; käckhet; snabbhet; tempo
Frische	friskhet; fräschör; nyhet	kyla
Geschwindigkeit	friskhet; livlighet; munterhet	fart; full fart; full rulle; hastighet; kraft; snabbhet; spänstighet; styrka; tempo
Gesundheit	friskhet; hälsa; sundhet; välbefinnande	fitness träning; grundlag; konstitution; ram; system
Gewandtheit	friskhet; livlighet; munterhet	beräkning; duktighet; färmitet; handlingskraft; händighet; klokhet; list; möjligheter; skarphet; skarpsinne; skarpsinnighet; skicklighet; skärpa; slagfärdighet; slagkraft; slughet; smarthet; snabbhet; spetsighet; tempo; trick; vasshet
Wohlbefinden	friskhet; hälsa; sundhet; välbefinnande	framgång; lycka; succé; välstånd

friskhet

noun

als angenehm empfundene kühlende Wirkung
- Frische → fräschhet; fräschör; friskhet