Knapp in het Duits vertaald uit het Zweeds

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor knapp (Zweeds) in het Duits

knapp:

knapp bijvoeglijk naamwoord

knapp (trång; smalt; knappt; trångt)
schmal; eng; knapp
- schmal bijvoeglijk naamwoord
- eng bijvoeglijk naamwoord
- knapp bijvoeglijk naamwoord
knapp (tight; åtsmitande)
knapp; enganliegend; straff; prall; hauteng
- knapp bijvoeglijk naamwoord
- enganliegend bijvoeglijk naamwoord
- straff bijvoeglijk naamwoord
- prall bijvoeglijk naamwoord
- hauteng bijvoeglijk naamwoord

knapp [-en] zelfstandig naamwoord

knapp
der Knopf; der Schalter
- Knopf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schalter [der ~] zelfstandig naamwoord
knapp
der Druckknopf
- Druckknopf [der ~] zelfstandig naamwoord
knapp
Schaltfläche
- Schaltfläche
knapp (skjortknapp)
die Hemdknöpfe; der Hemdknopf
- Hemdknöpfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hemdknopf [der ~] zelfstandig naamwoord
knapp (knopp; kula; handtag; knöl; vred)
der Knorren
- Knorren [der ~] zelfstandig naamwoord
knapp (tryckknapp)
der Knopf; der Drücker
- Knopf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Drücker [der ~] zelfstandig naamwoord
knapp (musknapp)
Taste; Maustaste
- Taste
- Maustaste

Vertaal Matrix voor knapp:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Druckknopf	knapp	tryckknapp
Drücker	knapp; tryckknapp	avtryckare; knappar; tryckknappar; vandrare
Hemdknopf	knapp; skjortknapp
Hemdknöpfe	knapp; skjortknapp
Knopf	knapp; tryckknapp
Knorren	handtag; knapp; knopp; knöl; kula; vred	hovnarr
Schalter	knapp	biljettkontor; biljettlucka; knappar; ljusknappen; postlucka; växel
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Maustaste	knapp; musknapp
Schaltfläche	knapp	kommandoknapp
Taste	knapp; musknapp	nyckel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eng	knapp; knappt; smalt; trång; trångt	brackig; brackigt; fattig; fattigt; i närheten; knapert; knappt; kälkborgerligt; noggran; noggrant; precis; smal; småborgerlig; småborgerligt; trångt
enganliegend	knapp; tight; åtsmitande	halvpank; skral i kassan
hauteng	knapp; tight; åtsmitande	halvpank; rigit; skral i kassan; stel; stram; stramt; styvt
knapp	knapp; knappt; smalt; tight; trång; trångt; åtsmitande	brackig; brackigt; exakt; fattig; fattigt; förtorkad; förtorkat; halvpank; i närheten; inte överflödigt; knapert; knappt; koncis; koncist; kortfattat; kälkborgerligt; liten; litet; obetydligt; precis; skadat av torka; skral i kassan; smal; småborgerlig; småborgerligt; torr; torrt; trångt; underlägsen; underlägset; uttorkat
prall	knapp; tight; åtsmitande	halvpank; rigit; runda; rundat; skral i kassan; stel; stram; stramt; styvt
schmal	knapp; knappt; smalt; trång; trångt	knappt; noggran; noggrant; precis; smal; trångt
straff	knapp; tight; åtsmitande	halvpank; häftig; häftigt; hårt; rigit; skral i kassan; stel; stram; stramt; sträng; strängt; styvt; stärkelsehaltig; stärkelsehaltigt; svårt

Synoniemen voor "knapp":

bristande; liten; minimal; torftig; tangent

Wiktionary: knapp

knapp

adjective

wenig, knapp, unzureichend
- schmal → knapp
gerade noch ausreichend, wenig; weniger werdend oder geworden
- knapp → knappt; knapp
mit dem, was man zu geben bereit ist, zurückhaltend
- karg → sparsam; njugg; karg; knapp
bezüglich Bezahlung, Nahrung, Zeit, und so weiter knapp, gering bemessen
- karg → knapp; mager; torftig
eng, knapp, streng, fest, straff
- genau → stram; precis; bokstavlig; knapp; snäv
dünn, mager
- dürr → mager; knapp; få

noun

Bedienelement von Geräten, das durch Druck ein Ereignis auslösen
- Taste → knapp
Bedienelement einer grafischen Benutzeroberfläche
- Knopf → knapp
Bedienelement von Geräten, das durch Druck oder durch Drehen ein Ereignis auslösen
- Knopf → knapp
Gegenstand, der durch das durchstecken ein Knopfloch ein Kleidungsstück verschließt
- Knopf → knapp
kugelförmiger, meist verzierter Griff an Gegenständen oder Waffen
- Knauf → knopp; knapp

Cross Translation:

From	To	Via
• knapp	→ Abzeichen	↔ badge — distinctive mark
• knapp	→ Knopf	↔ button — knob or small disc serving as a fastener
• knapp	→ Taste	↔ button — a mechanical device meant to be pressed with a finger
• knapp	→ Taste	↔ key — button on a typewriter or computer keyboard
• knapp	→ Taste; Klaviertaste	↔ touche — Pièces d’ébène, d’ivoire, qui composent le clavier d’un orgue, d’un piano, d’un clavecin, etc

Vertaal knapp van Zweeds naar Duits

Uitgebreide vertaling voor knapp (Zweeds) in het Duits

knapp:

knapp bijvoeglijk naamwoord

knapp (trång; smalt; knappt; trångt)

knapp (tight; åtsmitande)

knapp [-en] zelfstandig naamwoord

knapp

knapp

knapp

knapp (skjortknapp)

knapp (knopp; kula; handtag; knöl; vred)

knapp (tryckknapp)

knapp (musknapp)

Vertaal Matrix voor knapp:

Synoniemen voor "knapp":

Wiktionary: knapp

Verwante vertalingen van knapp