Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor knotigt (Zweeds) in het Duits

knotigt:

knotigt bijvoeglijk naamwoord

  1. knotigt (benigt; knotig)
    beinartig; knochenartig
  2. knotigt (benigt; benig)
    knochig; knöchern; knochenartig; beinartig; grobknochig
  3. knotigt (kantigt; knotig)
    eckig; mit Ecken

Vertaal Matrix voor knotigt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beinartig benig; benigt; knotig; knotigt benigt; knogaktig; knogaktigt
eckig kantigt; knotig; knotigt brutalt; hänsynslös; hänsynslöst; kantig; kantigt; klumpigt; ohanterlig; ohanterligt; ohörsam; ohörsamt; omänskligt; ; rått; skarp; skarpt; svårhanterlig
grobknochig benig; benigt; knotigt kraftig; kraftigt; rejäl; rejält
knochenartig benig; benigt; knotig; knotigt benig; benigt; knogaktig; knogaktigt; knokig; knokigt; smalt
knochig benig; benigt; knotigt benig; benigt; knokig; knokigt; smalt
knöchern benig; benigt; knotigt ben; benig; uthungrad
mit Ecken kantigt; knotig; knotigt