Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bonus (Zweeds) in het Nederlands

bonus:

bonus [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bonus
    het tantième; de toeslag; de premie; de bonus; het extraatje
    • tantième [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toeslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • premie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bonus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • extraatje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. bonus
    het tantième; winstdeel
  3. bonus
  4. bonus (något extra)
    extra beloning; de premie
  5. bonus (premie)
    de toeslagen; de opslagen; de opcenten; de verhogingen; agio's
    • toeslagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • opslagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • opcenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • verhogingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • agio's [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bonus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agio's bonus; premie
bonus bonus
extra beloning bonus; något extra
extraatje bonus
opcenten bonus; premie skattetillägg; överkostnad
opslagen bonus; premie
premie bonus; något extra försäkringspremie
tantième bonus dividendbetalning
toeslag bonus avgift; tillägg
toeslagen bonus; premie
verhogingen bonus; premie
winstdeel bonus
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
loonpremie bonus

Synoniemen voor "bonus":