Hållbarhet in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

hållbarhet:
- houdbaarheid; bewaarbaarheid; conserveerbaarheid; betrouwbaarheid; soliditeit; degelijkheid; deugdelijkheid; stevigheid; duurzaamheid; bestendigheid
Wiktionary:
- hållbarhet → houdbaarheid, duurzaamheid

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hållbarhet (Zweeds) in het Nederlands

hållbarhet
de houdbaarheid; bewaarbaarheid; conserveerbaarheid
- houdbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bewaarbaarheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- conserveerbaarheid [znw.] zelfstandig naamwoord
hållbarhet (sundhet; varaktighet; fullständighet)
de betrouwbaarheid; de soliditeit; de degelijkheid; de deugdelijkheid; de stevigheid
- betrouwbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- soliditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- degelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- deugdelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
hållbarhet (liv; livslängd)
de duurzaamheid; de bestendigheid
- duurzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bestendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestendigheid	hållbarhet; liv; livslängd	motstånd; resistens
betrouwbaarheid	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet	pålitlighet; tillförlitlighet; trovärdighet
bewaarbaarheid	hållbarhet
conserveerbaarheid	hållbarhet
degelijkheid	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet	artighet; gedigenhet; grundlighet; hederlighet; noggrannhet; rättskaffenhet
deugdelijkheid	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet	artighet; gedigenhet; hederlighet; rättskaffenhet
duurzaamheid	hållbarhet; liv; livslängd
houdbaarheid	hållbarhet	hållbart
soliditeit	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet
stevigheid	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet; styrka; vigör

Cross Translation:

From	To	Via
• hållbarhet	→ houdbaarheid	↔ shelf life — the length of time a product will last without deteriorating
• hållbarhet	→ duurzaamheid	↔ sustainability — ecological sense