Fasthet in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

fasthet:
- stevigheid; soliditeit; hechtheid; vastheid; fermheid; kordaatheid; stabiliteit; zekerheid; vastigheid; stelligheid; gewisheid

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fasthet (Zweeds) in het Nederlands

fasthet (soliditet; pålitlighet; stabilitet; beständighet)
de stevigheid; de soliditeit; de hechtheid; de vastheid
- stevigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- soliditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hechtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vastheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
fasthet (beslutsamhet)
de fermheid; de kordaatheid
- fermheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kordaatheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
fasthet (stabilitet)
de stabiliteit
- stabiliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
fasthet (säkerhet)
de zekerheid; de vastigheid; de vastheid; de stelligheid; gewisheid
- zekerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vastigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vastheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gewisheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fermheid	beslutsamhet; fasthet	hårdhet; styrka; vigör
gewisheid	fasthet; säkerhet
hechtheid	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet
kordaatheid	beslutsamhet; fasthet
soliditeit	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet	fullständighet; hållbarhet; sundhet; varaktighet
stabiliteit	fasthet; stabilitet
stelligheid	fasthet; säkerhet	beslutsamhet; föresats; självförtroende; självtillit
stevigheid	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet	fullständighet; hållbarhet; styrka; sundhet; varaktighet; vigör
vastheid	beständighet; fasthet; pålitlighet; soliditet; stabilitet; säkerhet	följdriktighet; konsistens
vastigheid	fasthet; säkerhet
zekerheid	fasthet; säkerhet	absoluthet; självförtroende; självtillit