Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hake:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hake (Zweeds) in het Nederlands

hake:

hake [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hake (krok)
    de hoek; de hoekstoot
    • hoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoekstoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. hake
    kinkettinghaak

Vertaal Matrix voor hake:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoek hake; krok distrikt; gömställe; hörn; vrå
hoekstoot hake; krok
kinkettinghaak hake

Synoniemen voor "hake":


Wiktionary: hake


Cross Translation:
FromToVia
hake haak catch — a clasp which stops something from opening (jump)
hake valstrik; struikelblok catch — a hidden difficulty, especially in a deal or negotiation (jump)
hake haak hook — rod bent into a curved shape
hake háček háček — háček diacritic
hake haak Haken — geschwungen oder eckig gekrümmte Vorrichtung zum Aufhängen oder Einhaken von Objekten, meist aus Metall, Holz oder Kunststoff geformt.
hake scheuring; rits; scheur; winkelhaak accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.
hake omweg; haak; haken crochet — Petit morceau de métal recourbé servant à accrocher ou attacher quelque chose.

Verwante vertalingen van hake