Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal impuls

Vertaal impuls van Zweeds naar Nederlands

Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. impuls:
  2. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor impuls (Zweeds) in het Nederlands

impuls:

impuls [-en] zelfstandig naamwoord

  1. impuls
    het impulsmoment
  2. impuls (infall; nyck)
    de opwelling; de impuls; de luim; de prikkel
    • opwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • luim [de ~] zelfstandig naamwoord
    • prikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor impuls:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impuls impuls; infall; nyck ansättande; krävande; lyft; puff uppåt; tillmanande; uppsving
impulsmoment impuls
luim impuls; infall; nyck infall; nyck
opwelling impuls; infall; nyck infall
prikkel impuls; infall; nyck ansporrande; lyft; puff uppåt; sporre; sporrning; stimulerande; uppsving; övertalande

Synoniemen voor "impuls":


Wiktionary: impuls

Cross Translation:
FromToVia
• impuls → impuls ↔ Impuls — Anstoß, Anregung







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0203 seconde
Page rendered in 1.0 seconds