Overzicht


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor iver in het Zweeds

iver:

iver [-en] zelfstandig naamwoord

  1. iver
    iver
    • iver [-en] zelfstandig naamwoord
  2. iver
    iver; glöd; våldsamhet; häftighet
  3. iver
    iver; ivrigt begär
  4. iver
    schvung; fart; iver; eldighet
    • schvung [-en] zelfstandig naamwoord
    • fart [-en] zelfstandig naamwoord
    • iver [-en] zelfstandig naamwoord
    • eldighet [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "iver":