Zweedse synoniemen van skör, ander woord voor skör

Overzicht

Zweeds Synoniemen: Meer gegevens...

skör:
- skör; skört; lätt söndersmulad; svagt; kraftlös; kraftlöst; skröplig; klent; skröpligt; bräckligt; fint; fin; klen; ömtåligt; spätt; sprött

Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor skör in het Zweeds

skör
skör; skört; lätt söndersmulad
- skör bijvoeglijk naamwoord
- skört bijvoeglijk naamwoord
- lätt söndersmulad bijvoeglijk naamwoord
skör
svagt; kraftlös; kraftlöst; skör
- svagt bijvoeglijk naamwoord
- kraftlös bijvoeglijk naamwoord
- kraftlöst bijvoeglijk naamwoord
- skör bijvoeglijk naamwoord
skör
skör; skört; skröplig; klent; skröpligt; bräckligt
- skör bijvoeglijk naamwoord
- skört bijvoeglijk naamwoord
- skröplig bijvoeglijk naamwoord
- klent bijvoeglijk naamwoord
- skröpligt bijvoeglijk naamwoord
- bräckligt bijvoeglijk naamwoord
skör
fint; fin; skör; klen; skört; ömtåligt; klent; spätt; sprött
- fint bijvoeglijk naamwoord
- fin bijvoeglijk naamwoord
- skör bijvoeglijk naamwoord
- klen bijvoeglijk naamwoord
- skört bijvoeglijk naamwoord
- ömtåligt bijvoeglijk naamwoord
- klent bijvoeglijk naamwoord
- spätt bijvoeglijk naamwoord
- sprött bijvoeglijk naamwoord