Spaanse synoniemen van vigencia, ander woord voor vigencia

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

vigencia:
- vigencia; plazo de validez; validez; plazo de vigencia; vigor; valentía; vitalidad; fuerza; fortaleza; eficacia; energía; entusiasmo; ganas de trabajar; capacidad de trabajo; capacidad laboral; poder; capacidad; dominio; potencia; potencial; dinamismo; autoridad; potestad; duración

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor vigencia in het Spaans

vigencia:

vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord

la vigencia
la vigencia; el plazo de validez; la validez; el plazo de vigencia
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- plazo de validez [el ~] zelfstandig naamwoord
- validez [la ~] zelfstandig naamwoord
- plazo de vigencia [el ~] zelfstandig naamwoord
la vigencia
la validez; la vigencia
- validez [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la vigencia
el vigor; la validez; la vigencia; la valentía; la vitalidad; la fuerza; la fortaleza; la eficacia; la energía; el entusiasmo; la ganas de trabajar; la capacidad de trabajo; la capacidad laboral
- vigor [el ~] zelfstandig naamwoord
- validez [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- valentía [la ~] zelfstandig naamwoord
- vitalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- eficacia [la ~] zelfstandig naamwoord
- energía [la ~] zelfstandig naamwoord
- entusiasmo [el ~] zelfstandig naamwoord
- ganas de trabajar [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad de trabajo [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad laboral [la ~] zelfstandig naamwoord
la vigencia
el vigor; la fuerza; el poder; la capacidad; el dominio; la fortaleza; la potencia; el potencial; la energía; el dinamismo; la vitalidad; la autoridad; la potestad; la vigencia
- vigor [el ~] zelfstandig naamwoord
- fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder [el ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- dominio [el ~] zelfstandig naamwoord
- fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- potencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- potencial [el ~] zelfstandig naamwoord
- energía [la ~] zelfstandig naamwoord
- dinamismo [el ~] zelfstandig naamwoord
- vitalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- autoridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- potestad [la ~] zelfstandig naamwoord
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
la vigencia
la vigencia; la duración
- vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- duración [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "vigencia":

legalidad; licitud; legitimidad; derecho; justicia; ley; rectitud; moralidad
legislatura; reunión; sesión; asamblea; plazo; tiempo; lapso

Verwante synoniemen voor vigencia

Remove Ads

Synoniemen voor "vigencia" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor vigencia in het Spaans

vigencia:

vigencia [la ~] zelfstandig naamwoord

la vigencia

la vigencia

la vigencia

la vigencia

la vigencia

Alternatieve synoniemen voor "vigencia":

Verwante synoniemen voor vigencia