Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor steunband in het Nederlands
steunband: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- steun: steunpilaar; toeverlaat; support; aansporen; stimulans; aanmoediging; opwekking; aansporing; ondersteuning; steun; houvast; hulp; bijstand; maatschappelijke hulpverlening
- band: het gebonden zijn; deel; volume; boekdeel; band; boek; binding; gebondenheid; aansluiting; link; connectie; liaison; verband; relatie; verbinding; samenhang; correlatie; akkoord; verdrag; bond; plakband; unie; verbond; tape; federatie; bondgenootschap; pact; liga; kleefband
- steunen: dragen; ondersteunen; schoren; stutten; schragen; steunen; gelijk geven; bijvallen; kreunen; instemmen; rugsteunen; schoorbalken; zuchten