Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Niedergang:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Niedergang (Duits) in het Nederlands

Niedergang:

Niedergang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Niedergang (Dekadenz; Untergang; Verfall; Entartung)
    de decadentie; de verwording
  2. der Niedergang (Verfall; Rückgang; Untergang)
    de achteruitgang; het verval
  3. der Niedergang (Rückfall; Zusammenbruch; Depression; )
    de achteruitgang; de inzinking

Vertaal Matrix voor Niedergang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgang Depression; Einsturz; Einstürzen; Flaute; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Untergang; Verfall; Zusammenbruch
decadentie Dekadenz; Entartung; Niedergang; Untergang; Verfall
inzinking Depression; Einsturz; Einstürzen; Flaute; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Zusammenbruch
verval Niedergang; Rückgang; Untergang; Verfall Entartung; Verderb; Verfall; Verluderung
verwording Dekadenz; Entartung; Niedergang; Untergang; Verfall Abfaulen; Auflösung; Entartung; Verderb; Verfall; Verluderung; Verwesung

Synoniemen voor "Niedergang":


Wiktionary: Niedergang


Cross Translation:
FromToVia
Niedergang neergang downfall — precipitous decline in fortune; a rapid deterioration, as in status or wealth
Niedergang agonie; doodsstrijd; zieltoging; stervensnood agoniedernier lutte de la nature contre la mort.