Engels

Uitgebreide synoniemen voor iciness in het Engels

iciness:

iciness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the iciness
    – a lack of affection or enthusiasm 1
    the coolness; the coldness; the chilliness; the frigidity; the frigidness; the iciness
    – a lack of affection or enthusiasm 1
    • coolness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coldness [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a distressing coldness of tone and manner1
    • chilliness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • iciness [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the iciness
    – coldness due to a cold environment 1
    the chill; the gelidity; the iciness
    – coldness due to a cold environment 1
    • chill [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gelidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • iciness [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "iciness":


Verwante definities voor "iciness":

  1. a lack of affection or enthusiasm1
  2. coldness due to a cold environment1

iciness vorm van icy:

icy bijvoeglijk naamwoord

  1. icy
    icy; freezing
    • icy bijvoeglijk naamwoord
    • freezing bijvoeglijk naamwoord
  2. icy
    obscene; cunning; smooth; sleek; slithery; bald; smoothly; icy; slippery; immoral; lack of moral
  3. icy
    – covered with or containing or consisting of ice 1
    icy
    – covered with or containing or consisting of ice 1
    • icy bijvoeglijk naamwoord
      • icy northern waters1
  4. icy
    – shiny and slick as with a thin coating of ice 1
    icy
    – shiny and slick as with a thin coating of ice 1
    • icy bijvoeglijk naamwoord
      • roads and trees glazed with an icy film1
  5. icy
    – extremely cold 1
    polar; frigid; icy; gelid; glacial; arctic
    – extremely cold 1
    • polar bijvoeglijk naamwoord
      • polar weather1
    • frigid bijvoeglijk naamwoord
      • a frigid day1
    • icy bijvoeglijk naamwoord
      • icy hands1
    • gelid bijvoeglijk naamwoord
      • gelid waters of the North Atlantic1
    • glacial bijvoeglijk naamwoord
      • glacial winds1
    • arctic bijvoeglijk naamwoord
      • an arctic climate1
  6. icy
    – devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain 1
    frozen; frigid; icy; frosty; wintry; glacial
    – devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain 1
    • frozen bijvoeglijk naamwoord
      • a frozen look on their faces1
    • frigid bijvoeglijk naamwoord
      • a frigid greeting1
    • icy bijvoeglijk naamwoord
      • icy stare1
    • frosty bijvoeglijk naamwoord
      • got a frosty reception1
    • wintry bijvoeglijk naamwoord
      • wintry smile1
    • glacial bijvoeglijk naamwoord
      • a glacial handshake1

Verwante woorden van "icy":

  • iciness, icier, iciest

Alternatieve synoniemen voor "icy":


Verwante definities voor "icy":

  1. covered with or containing or consisting of ice1
    • icy northern waters1
  2. shiny and slick as with a thin coating of ice1
    • roads and trees glazed with an icy film1
  3. extremely cold1
    • icy hands1
  4. devoid of warmth and cordiality; expressive of unfriendliness or disdain1
    • icy stare1