Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor interstice in het Engels

interstice:

interstice [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the interstice
    the gap; the cavity; the interstice; the cut-away; the opening; the hole; the crevice; the gash; the fissure; the cleft; the cranny; the saving
    • gap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cavity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • interstice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cut-away [the ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crevice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fissure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cleft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cranny [the ~] zelfstandig naamwoord
    • saving [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the interstice
    – small opening between things 1
    the interstice
    – small opening between things 1
  3. the interstice
    – a small structural space between tissues or parts of an organ 1
    the interstice
    – a small structural space between tissues or parts of an organ 1
    • interstice [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the interstices of a network1

Verwante woorden van "interstice":

  • interstices

Alternatieve synoniemen voor "interstice":


Verwante definities voor "interstice":

  1. small opening between things1
  2. a small structural space between tissues or parts of an organ1
    • the interstices of a network1