Engels

Uitgebreide synoniemen voor runaway in het Engels

runaway:

runaway [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the runaway
    the deserter; the refugee; the runaway
    • deserter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • refugee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • runaway [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the runaway
    the runaway; the deserter
    • runaway [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deserter [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the runaway
    – an easy victory 1
    the romp; the runaway; the blowout; the laugher; the shoo-in; the walkaway
    – an easy victory 1
    • romp [the ~] zelfstandig naamwoord
    • runaway [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blowout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • laugher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shoo-in [the ~] zelfstandig naamwoord
    • walkaway [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the runaway
    – someone who flees from an uncongenial situation 1
    the runaway; the fugitive; the fleer
    – someone who flees from an uncongenial situation 1
    • runaway [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fugitive [the ~] zelfstandig naamwoord
      • fugitives from the sweatshops1
    • fleer [the ~] zelfstandig naamwoord

runaway bijvoeglijk naamwoord

  1. runaway
    runaway; run away
  2. runaway
    – completely out of control 1
    runaway
    – completely out of control 1
    • runaway bijvoeglijk naamwoord
      • runaway inflation1

runaway

  1. runaway

Verwante woorden van "runaway":


Alternatieve synoniemen voor "runaway":


Verwante definities voor "runaway":

  1. completely out of control1
    • runaway inflation1
  2. an easy victory1
  3. someone who flees from an uncongenial situation1

Verwante synoniemen voor runaway