Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor observers (Engels) in het Nederlands

observers:

observers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the observers (supervisors; superintendent; foremen; inspectors)
    de toezichthouders; de inspecteurs; de opzichters; de surveillanten; de opzieners
  2. the observers
    de waarnemers

Vertaal Matrix voor observers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inspecteurs foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
opzichters foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors inspectors; supervisors
opzieners foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors inspectors; supervisors
surveillanten foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors
toezichthouders foremen; inspectors; observers; superintendent; supervisors attendants; surveillants
waarnemers observers

Verwante woorden van "observers":


observer:

observer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the observer (onlooker)
    de observator; de waarnemer
  2. the observer (looker-on; onlooker; watcher; spectator; viewer)
    de toeschouwer; de toekijker
  3. the observer (listener; auditor)
    de toehoorder
  4. the observer
    de waarnemer

Vertaal Matrix voor observer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
observator observer; onlooker
toehoorder auditor; listener; observer
toekijker looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher
toeschouwer looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher bystander; onlooker; spectator; witness
waarnemer observer; onlooker
- beholder; commentator; perceiver; percipient

Verwante woorden van "observer":


Synoniemen voor "observer":


Verwante definities voor "observer":

  1. a person who becomes aware (of things or events) through the senses1
  2. an expert who observes and comments on something1

Wiktionary: observer

observer
noun
  1. sentry etc manning an observation post
  2. crew member on an aircraft who makes observations of enemy positions or aircraft
  3. person sent, as a representative, to a meeting or other function to monitor but not to participate
  4. person who adheres or follows laws, guidelines, etc.
  5. he who makes observations, monitors or takes notice
observer
noun
  1. iemand die iets waarneemt
  2. een persoon die aanwezig is bij een gebeurtenis om de gang van zake in de gaten te houden