Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sociability:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sociability (Engels) in het Nederlands

sociability:

sociability [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sociability (cosiness; conviviality; companionableness; )
    de gezelligheid; de gemoedelijkheid; de knusheid
  2. the sociability (pleasantness; convenience; comfort; )
    de behaaglijkheid; gerieflijkheid

Vertaal Matrix voor sociability:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behaaglijkheid chumminess; comfort; companionableness; convenience; cosiness; coziness; pleasantness; snugness; sociability comfort; conveniences
gemoedelijkheid chumminess; companionableness; conviviality; cosiness; coziness; snugness; sociability
gerieflijkheid chumminess; comfort; companionableness; convenience; cosiness; coziness; pleasantness; snugness; sociability comfortableness
gezelligheid chumminess; companionableness; conviviality; cosiness; coziness; snugness; sociability
knusheid chumminess; companionableness; conviviality; cosiness; coziness; snugness; sociability
- sociableness

Synoniemen voor "sociability":

  • sociableness; sociality

Antoniemen van "sociability":

  • unsociability

Verwante definities voor "sociability":

  1. the relative tendency or disposition to be sociable or associate with one's fellows1

Wiktionary: sociability

sociability
noun
  1. het sociabel zijn