Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gemoedelijkheid:
  2. gemoedelijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemoedelijkheid (Nederlands) in het Engels

gemoedelijkheid:

gemoedelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemoedelijkheid (gezelligheid; knusheid)
    the sociability; the cosiness; the conviviality; the companionableness; the chumminess; the snugness; the coziness

Vertaal Matrix voor gemoedelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chumminess gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid; innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
companionableness gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid; innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
conviviality gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid
cosiness gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid; innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
coziness gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid; innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
snugness gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid; innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
sociability gemoedelijkheid; gezelligheid; knusheid behaaglijkheid; gerieflijkheid

Verwante woorden van "gemoedelijkheid":


gemoedelijk:

gemoedelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. gemoedelijk (joviaal)
    jovial; genial; friendly

Vertaal Matrix voor gemoedelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
friendly gemoedelijk; joviaal aimabel; amicaal; bekoorlijk; bevriend; charmant; genegenheid opwekkend; innemend; kameraadschappelijk; minzaam; vriendelijke; vriendschappelijk
genial gemoedelijk; joviaal geschikt; tof
jovial gemoedelijk; joviaal

Verwante woorden van "gemoedelijk":

  • gemoedelijkheid, gemoedelijker, gemoedelijkere, gemoedelijkst, gemoedelijkste, gemoedelijke

Wiktionary: gemoedelijk

gemoedelijk
adjective
  1. merry, cheerful

Cross Translation:
FromToVia
gemoedelijk friendly; good-natured bon enfant — péjoratif|fr Bien simple, naïf.