Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal enfado

Synoniemen voor "enfado" in het Spaans

Overzicht
Spaans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. enfado:
  2. enfadar:

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor enfado in het Spaans

enfado:

enfado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el enfado
    el enfado; el enojo; la rabia; el disgusto; la cólera; la furia; el furor; la indignación; la malicia; la irritación
    • enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • disgusto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • indignación [la ~] zelfstandig naamwoord
    • malicia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • irritación [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el enfado
    la cólera; el despecho; la rabia; la ira; el enfado; el disgusto; el enojo; la furia; la maldad; el furor; la indignación
    • cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • despecho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • disgusto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • furia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • maldad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • indignación [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. el enfado
    la rabia; la ira; el enfado; el enojo; la cólera; la furia
    • rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furia [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. el enfado
    la malicia; el enfado; la maldad
    • malicia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • maldad [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. el enfado
    el enojo; la cólera; el furor; la rabia; el enfado; el disgusto; la furia; la maldad; la indignación
    • enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • disgusto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • furia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • maldad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • indignación [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "enfado":

  • enfados

Alternatieve synoniemen voor "enfado":


enfadar:

enfadar werkwoord

  1. enfadar
    estorbar; entorpecer; dañar; enfadar; perjudicar; postergar; discriminar; hacer daño; causar perjuicio; hacer mal; perjudicar a una persona; hacer daño a

Conjugations for enfadar:

presente
  1. enfado
  2. enfadas
  3. enfada
  4. enfadamos
  5. enfadáis
  6. enfadan
imperfecto
  1. enfadaba
  2. enfadabas
  3. enfadaba
  4. enfadábamos
  5. enfadabais
  6. enfadaban
indefinido
  1. enfadé
  2. enfadaste
  3. enfadó
  4. enfadamos
  5. enfadasteis
  6. enfadaron
fut. de ind.
  1. enfadaré
  2. enfadarás
  3. enfadará
  4. enfadaremos
  5. enfadaréis
  6. enfadarán
condic.
  1. enfadaría
  2. enfadarías
  3. enfadaría
  4. enfadaríamos
  5. enfadaríais
  6. enfadarían
pres. de subj.
  1. que enfade
  2. que enfades
  3. que enfade
  4. que enfademos
  5. que enfadéis
  6. que enfaden
imp. de subj.
  1. que enfadara
  2. que enfadaras
  3. que enfadara
  4. que enfadáramos
  5. que enfadarais
  6. que enfadaran
miscelánea
  1. ¡enfada!
  2. ¡enfadad!
  3. ¡no enfades!
  4. ¡no enfadéis!
  5. enfadado
  6. enfadando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Alternatieve synoniemen voor "enfadar":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0424 seconde
Page rendered in 1.0 seconds