Spaans

Uitgebreide synoniemen voor restos in het Spaans

restos:

restos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el restos
    el sobrantes; el remanentes; el restos
  2. el restos
    la resoluciones; la soluciones; el cocientes; el productos; el restos; la sumas
  3. el restos
    el desechos; el restos
    • desechos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • restos [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el restos
    la chusma; la espuma; la escoria; el desechos; el restos; la gentuza; la morralla; el espumarajo
    • chusma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espuma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escoria [la ~] zelfstandig naamwoord
    • desechos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • restos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gentuza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • morralla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espumarajo [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el restos
    el restos
    • restos [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "restos":


Alternatieve synoniemen voor "restos":


restos vorm van resto:

resto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el resto
    el resto; el sobrante
    • resto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sobrante [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el resto
    el exceso; el resto; el remanente; el surplús; el saldo; el superávit; el sobrante
    • exceso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • resto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • remanente [el ~] zelfstandig naamwoord
    • surplús [el ~] zelfstandig naamwoord
    • saldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • superávit [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sobrante [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el resto
    el resto; la sobra; el depósito; el rastro; el poso; el despojo; el remanente; la huella; el residuo; el desperdicio; el excedente; la borra; el sedimento; el surplús; el últimos restos
  4. el resto
    la sobra; el resto; el sobrante; el remanente
    • sobra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • resto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sobrante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • remanente [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el resto
    el saldo; el excedente; el sobrante; el remanente; el surplús; el resto; el superávit; el finiquito
  6. el resto
    el resto; el fragmento
    • resto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fragmento [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "resto":


Alternatieve synoniemen voor "resto":


Verwante synoniemen voor restos