Spaans

Uitgebreide vertaling voor tardón (Spaans) in het Nederlands

tardón:

tardón bijvoeglijk naamwoord

  1. tardón (remolón; lento; indeciso; vacilante; irresoluto)
    langzaam; traag; aarzelend; treuzelachtig; slepend; weifelend; dralend; besluitloos; treuzelend; talmend; leuterig

tardón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tardón (cotorra; charlatán; remolona; )
    de sijsjeslijmer; treuzelkous; de hannes; de slak; de teut; talmer; de sukkel; de treuzelaar; de treuzel
    • sijsjeslijmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzelkous [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hannes [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • teut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • talmer [znw.] zelfstandig naamwoord
    • sukkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el tardón (retrasado)
    de telaatkomer
  3. el tardón (tardona)
    de laatkomer
  4. el tardón (remolón)
    slome; de treuzelaar; de zoutzak
    • slome [znw.] zelfstandig naamwoord
    • treuzelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoutzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tardón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hannes charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón
laatkomer tardona; tardón
sijsjeslijmer charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón
slak charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón caracol; caracol de metal; escoria
slome remolón; tardón
sukkel charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón Juan Lanas; bobo; buenazo; desgraciado; estúpido; idiota; imbécil; majadero; mentecato; papamoscas; papanatas; pelagatos; pelón; pobrecito; simplón; tonto
talmer charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón
telaatkomer retrasado; tardón
teut charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón remolona; tardona; tortuga
treuzel charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón remolona; tardona; tortuga
treuzelaar charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón
treuzelkous charlatán; cotorra; parlanchines; parlanchín; remolona; remolón; tardona; tardón
zoutzak remolón; tardón saco de sal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
langzaam indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante lerdo; parado
leuterig indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
teut achispado; bebido; borracho; emborrachado
traag indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante gandul; lerdo; parado; perezoso; reacio al trabajo
treuzelachtig indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aarzelend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante a disgusto; ambiguo; de mala gana; dubitativo; indeciso; irresoluto; reacio a; refractario; tardando; titubeante; voluble
besluitloos indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
dralend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
slepend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
talmend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
treuzelend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante
weifelend indeciso; irresoluto; lento; remolón; tardón; vacilante a disgusto; ambiguo; de mala gana; dubitativo; indeciso; irresoluto; reacio a; refractario; tardando; titubeante; voluble