Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bebost (Nederlands) in het Duits
bebost:
Vertaal Matrix voor bebost:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
baumreich | bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk | |
reichanHolz | bebost; boomrijk; bosrijk; houtrijk |
bebost vorm van bebossen:
-
bebossen
Conjugations for bebossen:
o.t.t.
- bebos
- bebost
- bebost
- bebossen
- bebossen
- bebossen
o.v.t.
- beboste
- beboste
- beboste
- bebosten
- bebosten
- bebosten
v.t.t.
- heb bebost
- hebt bebost
- heeft bebost
- hebben bebost
- hebben bebost
- hebben bebost
v.v.t.
- had bebost
- had bebost
- had bebost
- hadden bebost
- hadden bebost
- hadden bebost
o.t.t.t.
- zal bebossen
- zult bebossen
- zal bebossen
- zullen bebossen
- zullen bebossen
- zullen bebossen
o.v.t.t.
- zou bebossen
- zou bebossen
- zou bebossen
- zouden bebossen
- zouden bebossen
- zouden bebossen
diversen
- bebos!
- bebost!
- bebost
- bebossende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bebossen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bäume pflanzen | bebossen | |
bewalden | bebossen | herbebossen |